Onze (on)bewuste woordkeuze verheerlijkt kolonialisme – en daarmee ook institutioneel racisme dat daaruit voortkwam. In deze woordwijzer lichten we acht woorden en hun koloniale associaties uit die onder andere worden gebruikt in de thee-, koffie- en chocoladebranche. Het is een incomplete lijst die uitnodigt om na te denken over de woorden die we gebruiken.
Woorden hebben impact. Woorden zijn een van de meest krachtige middelen waarmee mensen kunnen communiceren. We uiten er onze meningen mee en daarmee kunnen we elkaar ook kwetsen.
We kiezen niet voor andere woorden om onze geschiedenis te vergeten. We kiezen voor andere woorden omdat we een gesprek willen voeren waarin voor elke stem plaats is. Een gesprek dat gemarginaliseerde groepen niet uitsluit.
Koffie en kolonialisme
De Nederlandse koffiecultuur en kolonialisme zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 1616 stal Nederlander Pieter van den Broecke koffieplantjes uit Jemenitische plaats Mocha en bracht ze naar de Hortus Botanicus in Amsterdam. Hier werden de planten zorgvuldig opgekweekt en in 1658 voor het eerst uitgeplant in Sri Lanka. Binnen enkele jaren kwam de meeste koffie in Europa uit de Nederlandse koloniën Indonesië en Suriname. Door de koffieteelt veranderde het landschap van Zuid-Amerika drastisch. Maar bovenal werd de koffieteelt berucht door afhankelijkheid van arbeid van tot slaaf gemaakte Afrikanen.
Wat chocolade betreft is deze geschiedenis niet veel anders. Een van de eerste goederen die Christoffel Columbus meenam uit Amerika waren cacaobonen. Toen chocolade in Europa vanaf de 17e eeuw populair werd, ging dat gelijk op met de aanplant van enorme plantages op gekoloniseerde gebieden. Ook slavenhandel door onder meer Engelse, Franse en Nederlandse bezetters groeide explosief, omdat cacaoteelt tot eind 19e eeuw een arbeidsintensief handwerk was.
Hoewel thee al eeuwen in Azië wordt gedronken, werd het pas aan het begin van de 17e eeuw voor het eerst naar Europa gebracht door een VOC-schip. Het werd vervolgens een van de belangrijkste producten van de Britse wereldhandel. Tegenwoordig wordt thee nog steeds gezien als een symbool van ‘Britsheid’, maar sommigen zien het ook als een symbool van Brits kolonialisme.
Woordwijzer
8 woorden en hun koloniale associaties
1. Ceylon
Britse koloniale benaming voor Sri Lanka. De naam ‘Ceylon’ is een Portugese verbastering van het woord ‘Sinhala’, wat in het Sanskriet ‘Leeuweneiland’ betekent. De naam is tegenwoordig niet meer in gebruik door Sri Lankaanse overheidsinstanties vanwege de koloniale connotatie. Wel wordt ‘Ceylon’ nog steeds als kwaliteitsaanduiding gebruikt in de thee-industrie. Sri Lanka is de huidige officiële benaming van het land, daarom gaan we die ook voor onze theesoorten gebruiken.
Alternatief:
- Sri Lanka (we zijn bezig om deze naam aan te passen).
2. Fairtrade
Het fairtrade keurmerk werd in 1988 in Nederland gestart onder de naam ‘Max Havelaar’. Op initiatief van een Nederlandse hulporganisatie werd het label opgericht om eerlijke handel in de koffie te garanderen.
Fairtrade voert bij de aangesloten bedrijven aangekondigde controles uit met medewerkers die niet anoniem blijven. Boeren die voor fairtrade willen produceren moeten zich aansluiten bij een coöperatie die uitgaat van monopsonie: dat betekent dat één koper een extreme macht kan uitoefenen uit op meerdere verkopers. Dit werkt corruptie in de hand. Soms krijgen fairtrade boeren zelfs minder dan het minimumloon betaald.
Alternatief:
- ‘fairtrade keurmerk’, dus benoemen dat het om een keurmerk gaat.
- In andere gevallen: specifieke meetbare schakel in het proces benoemen. Bijvoorbeeld ‘direct trade’ wanneer er sprake is van directe handel zonder tussenpersonen.
3. Formosa
Koloniale benaming voor Taiwan, letterlijk ‘mooi eiland’ in het Portugees. Berucht vanwege Nederlandse overheersing in de 17e eeuw die oorspronkelijke bewoners dwong afstand te doen van hun tradities. Het gebruik van de naam ‘Formosa’ staat bovendien onder druk vanwege afwijzende houding door China. De naam ‘Formosa’ wordt soms nog gebruikt als kwaliteitsaanduiding in de thee-industrie. Taiwan is de huidige officiële benaming van het land, daarom gaan we die ook voor onze theesoorten gebruiken.
Alternatief:
- Taiwan (we zijn bezig om deze naam aan te passen).
4. FTGFOP1
Kwaliteitsstandaard voor onder meer thee uit India, Indonesië en Sri Lanka. De afkorting staat voor ‘Finest Tippy Golden Flowery Orange Pekoe, 1st Grade’ en werd door Europese kolonisten bedacht. Hoewel de herkomst van het woord ‘Pekoe’ naar alle waarschijnlijkheid Chinees is, worden deze Engelse woorden om de kwaliteit van een theesoort mee aan te duiden niet in China gebruikt. Het woord ‘orange’ zou verwijzen naar de kleur van de thee of naar de familie Van Oranje-Nassau, die met het stadhouderschap een van de hoogste posities bekleedde ten tijde van de VOC. In de meeste landen waar thee werd aangeplant onder Europese overheersing wordt deze kwaliteitsstandaard overigens nog gebruikt door tea graders. Dat zijn de mensen die de theesoorten keuren wanneer ze de fabriek verlaten.
Alternatief:
- nog niet gevonden.
5. Indianen
Benaming voor oorspronkelijke bewoners van het Amerikaanse continent, die Columbus aan hen gaf omdat hij dacht dat hij in India was aangekomen. In Noord-Amerika is er verdeeldheid over de benaming, maar lokale gemeenschappen gebruiken het woord voor zelfidentificatie.
In Midden- en Zuid-Amerika wordt de term ‘índio’ als beledigend gezien [link naar ‘Words Matter’ PDF van het Tropenmuseum] en zelden door groepen zelf gebruikt.
Alternatief:
- benamingen die oorspronkelijke
bewoners zelf gebruiken. Bijvoorbeeld ‘Yanesha’ voor de gemeenschap die in de
Peruaanse Amazone woont.
6. Inheemse bevolking
Het woord ‘inheems’ werd vroeger gebruikt om dieren en planten te beschrijven die een lange tijd op een bepaalde locatie voorkomen. Tegenwoordig wordt het begrip in juridische teksten en door de Verenigde Naties ook gebruikt om te verwijzen naar volken die door Europese landen zijn of werden gekoloniseerd [link naar ‘Words Matter’ PDF van het Tropenmuseum].
Alternatief:
- ‘lokale gemeenschap’, al geeft dit niets aan over de lange duur van de bewoning.
- ‘oorspronkelijke bewoners/bevolking’, al is het lastig te duiden tot welke oorsprong je dan terug gaat.
7. (Duurzame) Ontwikkeling
Het woord ‘ontwikkeling’ werd in 1949 in de politiek geïntroduceerd door Harry Truman die op dat moment president van de Verenigde Staten was. In dezelfde toespraak gebruikte hij ‘onderontwikkelde gebieden’ als metafoor voor economisch arme gebieden [1]. Hij leende het woord ‘ontwikkeling’ van biologen die er organismen mee beschreven die naar een steeds perfectere vorm evolueerden [2]. Deze tweedeling die vergelijkingen uitlokt houdt volgens sommigen ‘een onvermoede koloniale giftigheid’ [3] in stand.
Het woord is tegenwoordig veel in gebruik door de Verenigde Naties. Met de ‘Sustainable Development Goals’ koppelt de organisatie concrete doelen aan voor duurzame ontwikkeling. Onder leiding van de Noorse premier Brundtland introduceerde een commissie het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ in de jaren ’80 van de twintigste eeuw als een manier waarop de huidige wereldbevolking leeft zonder toekomstige generaties te beperken om in hun behoeften te voorzien.
Alternatief:
- ‘transitie’. Dat begrip kan zowel positief als negatief zijn en heeft niet alleen betrekking op een economische situatie.
8. Plantage
Monocultuur van gewassen die populair werd onder Europees koloniaal bewind. De aanplant van plantages heeft een hoge ecologische impact en leidt tot biodiversiteitsverlies.
In zijn huidige context refereert het woord ‘plantage’ naar een landbouwgebied dat vaak onder kolonialisme is aangelegd. Een andere betekenis in het Nederlands is die van ‘groene woonbuurt voor welgestelde burgers’. Voor kleinere landbouwgebieden is de term vaak niet geschikt, omdat de gewasteelt daar meestal gevarieerder is en er gebruik wordt gemaakt van combinatieteelt.
Alternatief:
- ‘estate’, ‘boerderij’, ‘tuin’, ‘veld’ of ‘finca’. Afhankelijk van de plaatselijke benaming uit de regio waar het betreffende product vandaan komt en de omstandigheden waarin de gewassen zijn gekweekt.
Referenties
[1] Esteva, G. (2010). Development. In W. Sachs, The Development Dictionary: A Guide to Knowledge as Power (2de dr., pp. 1–23).
[2] Zie vorige voetnoot.
[3] Zie vorige voetnoot, p. 2.